Bijbellezing: Psalm 23:1-6
De psalmist schreef: “Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
(Psalm 23:4, NBG ‘51)
In mijn slaapkamerkast staat een metalen stok met een grijze rubberen handvat. Hij was van mijn grootvader en later van mijn vader. Tijdens mijn vaders strijd tegen kanker, liep hij met langzame, afgemeten passen terwijl hij grootvaders stok vastgreep. Na verloop van tijd komt de dag wellicht dat mijn grootvaders stok mij zal helpen bij het lopen. Mijn grootvaders stok herinnert me aan de Bijbel, de stok waar ik op steun in mijn geestelijke wandel en vooral in moeilijke tijden. Toen mijn vader stierf, was Psalm 68:6 een stok der vertroosting voor mij: “Hij [God] is de vader der wezen en de rechter der weduwen.” Toen ik emotioneel en lichamelijk uitgeput was van het uitvoeren van mijn vaders testament, werd me rust en vernieuwing beloofd door “Want Ik verkwik de vermoeide ziel, elke versmachtende ziel verzadig Ik” (Jeremia 31:25). En toen een gezwel in mijn borst me met angst vervulde, steunde ik voor hoop en genezing op Matteüs 9:22: “Houd moed, dochter, uw geloof heeft u behouden.” Wanneer we door onze dalen van rouw, twijfel, angst en depressie gaan, hebben we een stok die ons verzekert dat we niet alleen wandelen: “En zie, Ik ben met u al de dagen” (Matteüs 28 : 20). Psalm 23 is een stok waarop ik steun voor troost. Het belooft dat waar we ook het hoofd aan bieden, de Goede Herder altijd met ons is voor emotionele en geestelijke steun.
Gebed:
Lieve Heer, dank U voor uw stok die emotionele troost en geestelijke steun biedt. Amen.
Centrale gedachte:
Gods stok verstevigt onze stappen door de donkerste dalen.
Voorbede:
om te steunen op de Bijbel.
Debra Pierce (Massachusetts, VS)
