Bijbellezing: Psalm 121:1-8
Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.
(Psalm 43:5, NBV)
Vroeger woonden wij vlak bij een berg. Ik vond het heerlijk om er vol bewondering naar te kijken als ik onderweg was naar een andere stad. Op een ochtend was het nat en mistig toen ik van huis ging. Ik keek naar de berg en zag dat hij helemaal verdwenen was. Geen mooi uitzicht dus, onderweg. Later kwam de zon tevoorschijn, waardoor de regenwolken en mist optrokken. Tegen de tijd dat ik terug naar huis reed was de berg weer helemaal te zien. Natuurlijk was hij er de hele tijd geweest. Ik had hem alleen niet gezien, omdat hij volkomen schuil ging achter de regenwolken. Pas toen die opgetrokken waren kon ik de berg weer zien.
Ik herinnerde mij hoe afstandelijk God lijkt te zijn wanneer wij door moeilijkheden heengaan, alsof wij helemaal alleen zijn. Maar dat is niet zo. God is met ons en wij kunnen, zelfs als wij Zijn tegenwoordigheid niet voelen, het toch tot de Heer uitroepen. Hij is getrouw. Hij laat ons nooit in de steek.
Gebed:
Lieve Heer, dank U dat U altijd in de buurt bent om ons te helpen, zelfs wanneer wij ons daar niet bewust van zijn. Wij bidden het gebed dat Jezus ons geleerd heeft. (het Onze Vader).
Centrale gedachte:
Geloof gaat over in hoop, zelfs wanneer God ver weg lijkt.
Voorbede:
voor hen die moeilijk kunnen vertrouwen.
Mw. Elaine Brown (Perthshire, Schotland)