Bijbellezing: Genesis 2:7-15
Van de Heer is de aarde en alles wat er leeft, van hem is de wereld en ieder die er woont.
(Psalm 24:1, BGT)
Laatst ging ik wandelen en kwam ik bij een prachtige boomrijke plek. Ik wandelde verder en zag opeens her en der allerlei afval liggen, wat het uitzicht bedierf. Het leek wel of al het andere daardoor ook niet meer mooi was. Dit herinnerde mij aan een regel uit het lied “Por la Vida” van Marcos Vidal: “Wat wij in het begin slechts in bruikleen hadden, hebben wij tot het onze gemaakt.”
Vaak zeg ik dat Christen-zijn inhoudt dat je bidt, berouw toont en een innige relatie met God hebt. Dit is natuurlijk waar, maar vaak hebben wij het niet over ons rentmeesterschap over Gods schepping. Het is een tijdelijk geschenk, iets wat wij in bruikleen hebben, maar van zo’n importantie dat wij er dagelijks aan zouden moeten denken – en ook aan Degene die het ons schonk!
God schiep deze aarde met zo’n toewijding en liefde om het ons vervolgens in bruikleen te geven. In plaats van dit geschenk te verspillen, zouden wij kunnen besluiten om er voor te zorgen, het te voeden en te koesteren.
Gebed:
Schepper God, help ons, onszelf toe te wijden aan de taak die U ons heeft toevertrouwd, namelijk voor uw schepping te zorgen en deze te beschermen. Amen.
Centrale gedachte:
Hoe kan ik een betere rentmeester zijn van Gods magnifieke schepping?
Voorbede:
voor milieubewegingen.
Cristy Gabriele Taveras Rodríguez (Dominicaanse Republiek)